Zij die een beetje de geschiedenis van de originele actieve veteranen kennen, weten dat het vroeger een regelmatige aanwas gaf van nieuwe leden bij het team. Ook vielen bestaande spelers weg door zelf gekozen of gestuurd pensioen dan wel een andere natuurlijke oorzaak.
Het woord actief is wellicht niet helemaal juist gekozen omdat het vaak meer een kwestie van aanwezigheid is van op en rond het veld [lees kantine]. Ook is het jaarlijkse uitje naar Willingen of Playa des Ingles één van de aantrekkelijke secundaire voorwaarden.
Als ik deze week met een verborgen Tia te maken krijg, is een van de eerste dingen die ik moet doen, is mijn vroegere en huidige collega’s informeren over mijn fysieke gesteldheid. Zodat zij op z’n minst tijdig hun zwarte pak naar de stomerij kunnen brengen.
Dan is het ook niet zo opmerkelijk dat er een bepaald ritueel ontstaat en oud-leden op een winderige zaterdagmiddag, hun neus aan het kantineraam drukken om te controleren of de schrijver van het bericht nog wel onder ons is.
Zo is er Jan Bussink, die eerder in het leven een soortgelijke ervaring in Willingen had meegemaakt en wij toen ook met de voorbereidingen waren gestart voor zijn laatste reis. Ik herken Jan direct aan zijn veel gedragen ski-jack uit die periode.
Eerder al is Gert ter Maat binnengekomen die nog refereert aan zijn slechte ogen, daarmee onbedoeld een excuus benoemt dat hij steeds voorbij de kantine is gereden, zonder dat obstakel te hebben zien staan. Ik heb ooit de contactlenzen van Gert gezien, ook weer in Willingen. Die lenzen werden toen nog geleverd door meneer Flipje uit Tiel. Later zijn diezelfde lenzen nog verwerkt in een industriële telescoop.
Ook Marinus Hebbink is langs het veld te zien, aandachtig de mannen van het eerste bekijkend. En Bennie en Hennie schuiven nog even aan en ik krijg door deze situatie sterk het gevoel dat ik op mijn eigen begrafenis aanwezig ben. Waarschijnlijk heb ik de inhoud van mijn bericht niet voldoende gecontroleerd en is daardoor een verkeerd beeld ontstaan.
Zelfs Jaap Bouman zie ik uit een ooghoek de kantine binnenkomen. Mij ziet hij niet omdat hij mij waarschijnlijk in deze verticale houding absoluut niet heeft verwacht. Toch is het hartverwarmend, na eerst een verbaasd gezicht van de aanwezigen, zulke warme reacties te mogen ontvangen. Door de volume van de geluidsinstallatie is het niet mogelijk alle vragen op hun juiste waarde in te schatten maar ik heb in ieder geval wel mijn best gedaan.
Na het derde flesje alcoholvrije bier, zoek ik mijn jas op, zeg mijn tafel goeiedag en fiets in een nuchtere roes richting huis. Onderwijl de tekst van Mieke Telkamp neuriënd,” waarheen, waarvoor”!
Ton